Nederlands

Wat maakt taiji tot taijiquan ?

Wat maakt Taiji tot Taijiquan?

Taijiquan kent een breed assortiment van beoefenaars. Kort door de bocht kunnen we stellen dat taiji beoefend wordt om de volgende redenen: a/ gezondheid b/ meditatie c/ vechtkunst d/ competitie voor vorm of pushing hands e/ gewoon fijn om te doen
Deze lijst creëert zijn eigen publiek die alle naar andere normen en regels de kunst beoefenen.
Dit artikel concentreert zich op hoe taijiquan oorspronkelijk ontwikkeld is en wat daar dan de kenmerken van zijn. Het moge duidelijk zijn dat het vechtkunstaspect op de voorgrond dient te staan wat niet wegneemt dat de gezondheid erbij gebaat is en het nog steeds fijn is om te doen. Het interne vechtkunst aspect is overigens niet te ontwikkelen zonder een flinke investering in zelfwaarneming en jezelf overgeven aan de taijiprincipes wat dicht in de buurt komt van meditatie of zelfs meditatie overstijgt.

Taijiquan is niet de vorm. De vorm is een oefening om een aantal bewegingsprincipes eigen te maken. De meeste “meesters” doen zelden de vorm daar men zich deze principes eigen heeft gemaakt. Vroeger waren er waarschijnlijk losse routines die in de loop der tijd tot vorm geworden zijn. Deze routines zijn nog te herkennen in “wave hands in clouds”, “retreat and repulse monkey”, brush knee twist step” en “fair lady works at shuttles” waar een aantal keren achterelkaar dezelfde beweging herhaald wordt. Ook het feit dat “grasp sparrow tail” routine een aantal keren terug komt duidt op drills.

In het vechtkunstaspect vinden we (al weer kort door de bocht) een drietal types.
1 beoefenaars die naast taijiquan ook een andere vechtkunst bestuderen en de bewegingen van de taijiquanvorm uitleggen naar de principes van die andere veelal externe vechtkunst. Dit is de makkelijke en eenvoudig te begrijpen weg.
2 beoefenaars die qua ontwikkeling blijven hangen bij de pushing hands en bij voorbeeld het yielden in fixed step pushing hands te ver doorvoeren zodat er gewoontes getraind worden die later bij het trainen van sanshou in de weg gaan zitten.
3 beoefenaars die werkelijk trachten om te doorgronden wat taijiquan nu precies inhoudt ook wat het vechtkunstaspect betreft. Deze groep is verreweg de kleinste. Dit is de moeilijke weg wat veel vertrouwen vraagt in ontspanning en investment in loss.

Wat maakt taijiquan tot een interne martiale kunst?
Ontspanning (song) is het eerste kenmerk wat de meeste mensen zullen opperen. De vraag wat ontspanning (song) binnen taijiquan is laat zich echter niet zo eenvoudig beantwoorden. Het moge duidelijk zijn dat de term ontspanning in de fysiologische zin van het woord niet van toepassing is bij de vertaling van het chinese begrip “song”. William Chen in een interview die ik met hem had noemde het: “ letting go”. Patrick Kelly noemt het in zijn lessen en boeken: “stretching”. Peter Ralston en Wee Kee Jin noemen het wel degelijk: “relax” en zelfs: “completely relax”. Chu King Hung noemt het: “chi”. Dit zijn de leraren waar ik het meest van geleerd heb in mijn 37 jaar taiji-scholing. Een houdingsspier die in fysiologische definitie ontspant kan zijn taak niet meer doen. Indien alle houdingsspieren totaal ontspannen dan eindigt het lichaam liggend op de grond want het skelet heeft naast de gewrichtbanden ook een zekere tonus in de houdingsspieren en de daarbij behorende pezen nodig om te kunnen blijven staan. Fysiologisch gezien heeft Patrick mijns inziens het meest gelijk: in een aangenomen houding ontspan je zoveel mogelijk zonder de houding te verliezen of te veranderen; de houdingsspieren rekken dan door je eigen gewicht. Dit voelt als “letting go” en je krijgt dit gevoel alleen indien je werkelijk alleen wil ontspannen en dat “completely”. Vroeger trachtte ik de rekking -a la Kelly- in de spieren te voelen wat steeds de reactie van Ralston opleverde: “je bent hard, ontspan nou”. Ralston werkt met het begrip “intrinsic strength” en compressie om zo ontspannen mogelijk een bewegingsenergie over te brengen. Druk mag ontstaan in de contactpunten met de partner en de aarde maar nergens in het lichaam. Intrinsic strength is zoveel als de inherente kracht van bv een spier of een ander weefsel en dit concept komt dicht bij het idee van rekking.
Indien je ontspant is er maar een richting mogelijk binnen de houdingsspieren namelijk die van de zwaartekracht en die is naar de grond gericht. Elke beweging (met uitzondering van de armen en schoppend of stappend been) die van de grond af gericht is wordt daarmee tot externe vechtkunst en oh jee wat zie ik dat veel gebeuren in de taijiwereld. Armen worden bewogen door de schouders en schouderblad te ontspannen en door het juiste draaipunt te gebruiken in de bovenarm komt twee derde van de bovenarm met  de onderarm en hand omhoog en gaat eenderde  van de bovenarm met schouder en schouderblad naar beneden. Er ontstaat een soort van hefboom waarbij de intentie tot beweging in de schouder en schouderblad ligt en niet in het opheffen van de arm die als het ware naar boven drijft. Dit wordt ook wel het differentieren van yin (vol of zwaar) en yang (leeg of licht) genoemd.
Ontspanning was voor mij vroeger: bewegen en dan trachten zoveel mogelijk te ontspannen. Tegenwoordig is het eerst ontspannen wat vervolgens de beweging veroorzaakt. Schematisch gezegd: Door te ontspannen (rekken) binnen de aangenomen houding verkrijgt de spier een minimale ruimte tot beweging, deze minimale ruimte kan worden ingenomen door een eveneens minieme lichamelijke beweging bv een iets verdere (zeg een halve centimeter) buiging van de knie. Vervolgens dient er weer ontspannen te worden daar de spier aanspant bij beweging en kan het lichaam door het vernieuwd ontspannen weer een halve centimeter bewegen enz tot de gewenste houdingsverandering is bereikt. Dit vereist veel lichaams- en intentiewaarneming en wachten op het effekt. Heel anders dan gewoon bewegen. Na verloop van veel training verloopt dit proces van ontspannen en dan bewegen vloeiend. Er is dus voor mijn gevoel eerst een interne beweging (de ontspanning) en dan de externe beweging. Deze interne beweging wordt zinken (zie vizier no ???? ) genoemd. In de vierde klassieke tekst -The Understanding of the Thirteen Postures- luidt regel 1 The xin (mind/heart) motivates the qi, directs it to sink, so that it can be stored and concentrated in the bones. Regel 2: Let the qi motivate the body without hindrance, so that it will effortlessly follow your xin. Met uitzondering van “the bones” begint deze vroeger voor mij totaal onbegrijpelijke tekst helder te worden en tot gids. Xin is voor mij de intentie tot ontspanning en qi de interne beweging.
Zonder ontspanning geen beweging en pas daarmee wordt ontspanning tot principe!!!!! De kunst is om dit niet alleen tijdens de langzame vorm te doen om ook tijdens pushing hands en daar ga ik nog vaak de voud (grapje) in.
Door ontspanning is zinken mogelijk en mettertijd ontstaat door zinken leegte en leegte is waar het mijns inziens omgaat in taijiquan. In mijn vele interviews met directe leerlingen van Cheng Man Ching hoorde ik vaak opmerkingen als: “ ik kon wel zijn hemd aanraken maar niet de man zelf” of “ ik vloog door de lucht en had geen idee waarom” of “ zijn handen waren op mij maar ook weer niet” en “ de man was ongrijpbaar zowel in zijn yielding als in zijn push”.
Een ander gegeven in taijiquan waar veel om te doen is is de uproot. Judo heeft worpen, verwurgingen en houdgrepen, karate schopt en slaat, boksers stompen, worstelaars worstelen maar wat doet taijiquan nou eigenlijk? Een van de eerste dingen die je tracht te leren is de zogenoemde “uproot” waar de andere vechtkunsten nogal om moeten lachen want wat maakt het nou uit dat je die ander een duw geeft in verhouding tot een knock out of een verwurging. Een uproot is in principe het verschijnsel dat de ander met beide voeten van de grond afgaat het liefst wanneer die ander de daarvoor benodigde energie levert. Er zijn wederom kort door de bocht drie mogelijkheden in een push.
1 Kracht: de ander wordt gewoon weggeduwd waarbij de ander duidelijk je handen voelt gepaard met een grote beweging van armen en of benen. Wanneer je kijkt naar competitie pushing hands dan is dit wat je meestal ziet tezamen met opelkaar leunen waar overigens iedere judoka of worstelaar graag gebruik van maakt. Het moge duidelijk zijn dat het inzetten van kracht en gewicht niet tot het domein van taijiquan behoort. Ik heb dit jaren gedaan en het altijd verdedigd als zijnde correct totdat ik Peter Ralston en Patrick Kelly ontmoette en merkte dat deze krachtsinzet alleen maar tegen mij gebruikt werd.
2 Evenwicht: in verbinding met de voeten van de ander voel je hoe het evenwicht voortdurend verschuift over de voetzolen van de ander en op het juiste moment laat je de ander van zijn sokken gaan. Dit kan zonder druk en met heel weinig beweging. In de praktijk zal de ander je geen tijd gunnen om dit proces te doorlopen en zul je zelf allang uit je balans gebracht zijn waardoor deze mogelijkheid onmogelijk is geworden. Het is wel een uitstekende sensitiviteitsoefening.
3 Uproot: door te zinken in verbinding met de ander komt de ander omhoog. Dit werkt het beste indien de ander “aanvalt” omdat de meeste aanvallers zich dan sowieso afzetten tegen de grond. Indien je partner stilstaat en je zelf naar voren zinkt dan is het nog steeds zo dat de partner vanaf het begin van de beweging de ontworteling bemerkt. Een kleine beweging kan volstaan en de ander is verbaasd omdat er nauwelijks tot geen druk ontstaat en er meer een naar beneden gerichte beweging (zinken) te merken is dan een naar voren gerichte beweging. Chu King Hing noemde dit Happy Chi omdat beide personen glimlachen. Huang (leerling van Cheng Man Ching) verklaarde dit als volgt: jij wordt water en de ander wordt tot boot. Jin (leerling van Huang) zegt dat je ontspannen handen tot magneten moeten worden die de voeten optillen. Denk erom dit is anders dan iemand omhoog pushen met kracht. Je kunt dit proces ook het differentieren van yin en yang noemen.
Een uproot wordt daarmee uiterst nuttig omdat je de aanvaller altijd zijn grond ontneemt en je dat kunt doen op de energie van de ander en met elk lichaamsdeel zoals hand, elleboog, schouder, heup of rug. Het aanrakingspunt is niet belangrijk zolang je maar daardoor de ander en vooral jezelf kunt voelen. Het werkingsprincipe is het zinken en dit is wat je traint in de vorm en perfectioneert in pushing hands. Huang zei dat het leren van een goede uproot slechts het begin is om het vechtaspect van taijiquan te beheersen.

Double weightedness
In de klassieke tekst no 2 van Wang Ts’ung-Yueh staat een intrigende tekst en wel regel 19 (vertaling door Wee Kee Jin):
Someone after years of dedicated practice being unable to adjust or neutralise and is easily defeated by others, has not understood the fault of double heaviness.
Regel 20: To avoid this fault you must understand the harmony (dynamic association) between yin and yang. This will lead to dongjin (understanding forces/energies).
Double heaviness is volgens Jin een betere vertaling dan double weightedness. In kort betekenen deze zinnen  dat men geen kracht met kracht ontmoet. Door vele taijibeoefenaars wordt double weightedness geinterpreteerd dat men niet op twee benen mag staan. In vizier no ????? staat een uitgebreid artikel van Peter Ralston over deze klassieke tekst. Voor mij zijn deze klassieke regels erg belangrijk geworden in mijn pushing hands training en hoe ik mijn taijivorm loop. Ik noem het zelf het differentieren van yin en yang: daar waar de kracht inkomt wordt ik leeg en via het juist gekozen draaipunt komt het leeg worden in de vorm van vol worden terug naar de partner zonder dat ik terrein verlies zoals bij yielding. Dit gevoel van smelten en vol worden naast het zinken maakt de vorm tot een geheel andere ervaring. Helaas zie ik deze processen niet terug in de moderne vormen hoe mooi die ook uitgevoerd worden. Pushing hands brengt de beoefenaar in contact met dit begrijpen van krachten.

Principes: De meeste vormen of stijlen zijn ontwikkeld rond een aantal principes die niet altijd gelijk hoeven te zijn. De vorm van Ralston bv is met name gericht op ontspanning, die van Huang op zinken, die van Chu op spiralen en na 20 jaar bij William Chen heb ik eigenlijk nooit begrepen waar het nou precies omdraait. Cheng Man Ching had volgens Ben Lo en Robert Smith een vijftal principes voor het lopen van de vorm:
1 Ontspanning
2 Rechte rug
3 Beautiful ladies hands
4 Differentieren van yin en yang
5 Bewegen vanuit het midden
Ik werk nog steeds met deze 5 eigenlijk 4 principes want ik ben zo vrij geweest om de rechte rug en beautiful ladies hands samen te vatten  in een punt Structuur.

Peter Ralston heeft ook 5 principes voor zijn Body-Being te weten
1 Being calm
2 Relaxing
3 Centering
4 Grounding
5 Being whole and total

Huang Sheng Shyan heeft helaas nooit een boek geschreven waarin al zijn ideeen en ervaringen op een rijtje staat maar zijn leerling Wee Kee Jin herhaalt voortdurend de volgende principes:
1 Relax and sink
2 The base is moving the body, the body is moving the arms
3 Keep the structure
4 Turn like a millstone
5 Feel the movement from within
6 Internal changes come from below
7 Stillness in the movement
8 When one part moves every part moves, when one part arrives every part arrives, different destinations  but everything arrives at the same time
9 The lower body is like a river, the upper body is like a cloud
10 Taiji is the art of using mind

Aan al deze bewegingsprincipes van verschillende topleraren in de interne vechtkunst kun je zien dat ontspanning, verbonden lichaamsstructuur, verbinding met de grond en stilte in het lichaam belangrijke factoren zijn in de beoefening.

In pushing hands komen hier nog een aantal principes bij te weten
Following – het volgen en precies weten waar de ander is en welke intentie de ander heeft.
Joining – meegaan met de kracht van de ander (following) en die versterken
Yielding – meegeven met de kracht van de ander teneinde in betere positie te komen.
Sticking – in verbinding zijn met de voeten van de ander.
Adhering – in contact blijven met de ander.

Naast de individuele principes van leraren zijn er natuurlijk de vijf klassieke teksten waarvan niemand weet wie ze precies geschreven hebben en de 14 punten van de Yangfamilie en de 9 punten van Cheng Man Ching. Het verbaast mij nog steeds dat er taijibeoefenaars zijn die het bestaan van deze teksten niet kennen, laat staan gelezen hebben en al helemaal niet bestudeerd hebben. Deze teksten of liederen werden vroeger gebruikt om voor te dragen of te zingen tijdens de beoefening in de tijd dat boeken schaars waren en de meeste mensen niet konden lezen. Deze vijf klassieke teksten in oud chinees geschreven op rijm zijn lastig te vertalen en hebben in zich verwijzingen naar chinese filsofie. De meeste vertalingen zijn in het engels en de ene vertaling kan nogal afwijken van de ander. De zinnen zijn vaak cryptisch maar toch zijn ze een leidraad voor de beoefening van taijiquan. Ikzelf, zoals ik al eerder aangaf in dit artikel, begon bepaalde passages pas na jaren oefenen te begrijpen.

Eindwoord
Om precies te zeggen wat Taijiquan nu precies inhoudt is natuurlijk tricky om te zeggen. Iemand in het verre verelden heeft het ontdekt of ontwikkelt, heeft het binnen de familie doorgegeven, is het over de generaties naar buiten de familie gelekt en is het uiteindelijk een publiekelijk gegeven geworden bekend over de hele wereld. Er zitten zoveel aspecten aan deze vecht- annex bewegingskunst en er zijn zoveel verschillende richtingen en stijlen ontstaat ieder met hun eigen regels. Desalniettemin vond ik het voor mezelf leuk en ik hoop voor de lezer ook, om eens een aantal facetten op een rijtje te zetten met name wat het vechtaspect betreft. In mijn lange ervaring heb ik slechts een aantal mensen getroffen die ontspanning hoog in het vaandel hebben staan in hun vechtkunst. Taijiquan als vechtkunst vereist een principiele houding (alleen dat accepteren wat met ontspanning functioneert) en veel veel training.

Hire Us. Or just say Hi!
Need a job? Apply to get one.
Follow us on LinkedIn, FaceBook,
YouTube or Instagram